De populatie incidentie van psychopathologie wordt op ongeveer 20 procent geschat. Onder klanten die cosmetische chirurgie wensen, wordt echter aangenomen dat de incidentie aanzienlijk hoger is: sommige studies rapporteren dat in deze groep zelfs bij de helft of zelfs meer een ICD-10-criterium voor psychische stoornis van toepassing is. Met name bij klanten die zich melden voor een neuscorrectie (rhinoplastiek) is er reden tot oplettendheid. De gemiddelde leeftijd van deze patiënten vertoont een belangrijke overlap met de onset van relevante persoonlijkheidsstoornissen.
De aanwezigheid van een psychische stoornis is op zich niet per definitie een reden om cosmetische chirurgie te ontraden, aangezien gebleken is dat veel klanten tevreden zijn met de resultaten van hun operatie. Over het algemeen wordt aangenomen dat met name mensen met een “lichte stoornis” zich als kandidaat bij een kliniek zullen melden. De ernstige gevallen zijn wellicht niet in staat om een consult te regelen en af te ronden. Desalniettemin is het risico op ontevredenheid ook bij mensen met een lichte stoornis of persoonlijkheidskenmerk waarschijnlijk verhoogd, en is het wenselijk om een strategie te ontwikkelen om deze mensen op tijd te herkennen.
Gedegen algemene kennis van de meest relevante persoonlijkheidsstoornissen is daarbij uiteraard essentieel. Borderline Persoonlijkheidsstoornis (BPD) en Body Dysmorphic Disorder (BDD) zijn de twee meest relevante categorieën. Daarnaast is alertheid op afwijkend gedrag bij alle team leden een belangrijke graadmeter, zo ook bij Dr. Wever. Het toevoegen van specifieke items aan de algemene intake lijst, waarbij ook de geestelijke gezondheid expliciet wordt meegenomen, kan zeer behulpzaam zijn. Eventueel kunnen ook specifieke instrumenten worden ingezet. Het is overigens wel verstandig om mee te wegen dat al deze instrumenten feilbaar zijn, met name bij mensen met een lichtere stoornis of een persoonlijkheidskenmerk. De richting van de gestelde vragen is over het algemeen zo transparant dat het geven van wenselijke antwoorden een reëel risico is.
Bij de discussie rondom psychiatrie en cosmetische chirurgie valt overigens wel een kanttekening te plaatsen. In algemene zin was de schatting van de incidentie van psychopathologie bij patiënten die geïnteresseerd zijn in cosmetische chirurgie het hoogst in de jaren ‘50 en ’60, en vertoonde deze in de loop van de tijd een langzaam dalende trend. Dit wijst wellicht op een rol van culturele vignetten. Het zou een vergissing zijn om de psychiatrie als een waardevrije discipline te zien. Met name wanneer de samenleving een sterke morele mening heeft over specifiek gedrag, zoals ijdelheid of cosmetische chirurgie, wordt het bijzonder interessant om de rol die dit kan spelen op de definitie van pathologie mee te wegen. Verschillende wegen kunnen de relatief hoge incidentie van psychopathologie bij cosmetische patiënten in verband brengen met ons culturele waardesysteem, waarvan psychiatrie onvermijdelijk onderdeel uitmaakt.
In de praktijk blijkt dan ook dat indien er scherp wordt opgelet en geselecteerd, en indien er een hoge mate van chirurgische kwaliteit wordt geleverd, klanttevredenheid zeer hoog is en als ultieme uitkomst parameter dus niet overeenkomt met de cynische visie die uit de psychologische literatuur volgt. Goed geselecteerde cosmetische klanten zijn zoals ons allemaal. Geluk wat louter “van binnen” komt, is een mooi streven maar voor veel van ons slechts een deel van de geleefde realiteit.